
Energie: Landschap vol mogelijkheden
In de afgelopen decennia hebben bezwaren over landschapsvervuiling de toon gezet in de pogingen om duurzame energiewinning te realiseren. Wat her en der wel is gerealiseerd is nog marginaal en biedt vaak een schamel aangezicht van enkele verloren windturbines. En dat maakt ons het enige land in Europa waar de CO2-uitstoot nog steeds toeneemt. We halen maar liefst 94 procent van onze energie uit gas, steenkolen en olie*, onacceptabel voor een technologisch welvarend en vaardig land als Nederland.
Zeker als je bedenkt hoe het ooit was. Turf van het land heeft ons warmte, water en uiteindelijk natuurschoon gegeven zoals de Reeuwijkse Plassen. Karakteristieke hakhoutbosjes in polders leverden brandstof voor de haard. Windmolens benutten de wind om onze economie aan te drijven, droge voeten te houden, graan te malen en hout te zagen. We zijn blijkbaar vergeten dat de maakbaarheid die vanzelfsprekend was voor onze voorouders een continu veranderend landschap heeft opgeleverd en onderdeel is geworden van ons DNA.
Opinies als ‘past hier niet’, ‘ontsiert de omgeving’ of ‘veroorzaakt overlast’ houden de energietransitie niet meer tegen. Deze zit in een volgend stadium. Binnen een half jaar tijd waren de nieuwste windparken op zee 25 procent goedkoper dan hun voorgangers, met een laagterecord aan terugverdienprijs. De opmaat van hernieuwbare energie tot een volledig economisch alternatief is ingeluid nu er nog slechts 1 cent subsidie per kilowattuur nodig is. De uitdaging is dus om de energietransitie te accommoderen, want het economisch kantelpunt is bereikt en dat betekent dat de hausse aan aanvragen en plannen nu losbarst. Grootschalige, maar ook veel kleinschalige private initiatieven zullen het nieuwe verdienmodel volgen. Dit is geen bedreiging van onze leefomgeving, maar een kans om een nieuwe structurele ruimtelijke laag met fysieke voorzieningen en netwerken te realiseren om energie op te wekken, op te slaan, te transporteren en te (her)gebruiken.
De vraag en omvang betekent dat we een visionair pragmatisme moeten toepassen. Op het lokale schaalniveau vraagt dat een simpele vuistregel, zoals: ‘Op een dak wordt zonne-energie gewonnen.’ Dus geef je op voorhand aan voor alle daken in een gemeente hoe pv-cellen passend in de context worden geplaatst. Op het regionaal en landelijk niveau zouden we een strategie kunnen omarmen zoals: ‘Alle omvangrijke infrastructurele ingrepen in ons land worden gebruikt om de grootschalige energietransitie te faciliteren.’ Dus laten we gebruik maken van wegverbredingen, verkeersknooppunten, dijkversterkingen, kustverdedigingen, waterbergingen, enzovoort om vanaf nu zonnevelden en windturbines rondom te concentreren. De bestaande infrastructuurwerken van onze tijd worden zo meervoudig benut en dragen bij aan duurzame energie voor het hele land.
Het Nederlandse cultuurlandschap is altijd mee veranderd met de tijd waarin we leven. En vaak met economische redenen als aanleiding. Net als nu. Duurzame energieopwekking kan economisch uit en zal daarmee met toevoegingen van windturbines en zonnevelden beeldbepalend worden.
Dit vormt de kans om op oer-Hollandse wijze ruimtelijk vorm te geven aan zo’n landschap vol energie.
* Bron: Natuur en Milieu, Tijd voor een energierevolutie!, 14 december 2016.
|