In januari bracht Dorp, Stad en Land een bezoek aan het Watersnoodmuseum. Het museum is gelegen op Schouwen-Duiveland, op een bijzondere plek in de kustlijn bij Ouwerkerk. Het is gevestigd in de vier grote caissons waarmee op 6 november 1953 het laatste dijkgat van Schouwen werd gedicht. Een bijzondere herbestemming waarover de monumentencommissie Schouwen-Duiveland van Dorp, Stad & Land ruim tien jaar geleden actief mee-adviseerde.
De caissons die het laatste dijkgat dichtten, waarin het Watersnoodmuseum is gevestigd
Caissons
De Phoenix-caissons zijn in 1944 in opdracht van Winston Churchill gemaakt voor de invasie in Normandië. De grote betonnen constructies van meer dan 20 meter hoog deden in Normandië dienst als tijdelijke haven, onder meer in Arromanches. Ze waren gemaakt met specifiek doel: ze moesten zeer snel te produceren zijn en ook over water te vervoeren zijn.
In 1953 werden vier nog niet gebruikte Phoenix-caissons ingezet om het enorme dijkgat bij Ouwerkerk te dichten. Dat vroeg om een enorme logistieke operatie: sleepboten voeren de caissons vanuit Engeland één voor één het Kanaal over en plaatsten ze met veel precisie tot boven hun nieuwe plek. Vervolgens werden de afsluiters aan de onderzijde van de caissons opengedraaid, zodat ze vol liepen met water en langzaam afzonken. Van bovenaf werd ter stabilisatie zand in de caissons gestort en zware stapels stenen aan de buitenzijde moesten de caissons op hun plek houden. Tot slot werd de dijk opnieuw aangelegd en verbreed.
De vier caissons liggen tot op de dag van vandaag goed zichtbaar in het kustlandschap en hebben als herinnering aan De Ramp de status van rijksmonument gekregen.
Plaatsing van de caissons bij Ouwerkerk. Foto bron: Watersnoodmuseum.nl
Herbestemming tot museum
In een van de caissons werd in 2001 het watersnoodmuseum ingericht. Later, rond 2005 werd besloten om ook de andere drie caissons bij dit museum te gaan betrekken via een omvangrijk herbestemmingsplan.
Een belangrijk uitgangspunt in het herbestemmen van de caissons tot museum lag onder meer in het herkenbaar houden van de caissons als afzonderlijke, ruwe objecten in het landschap. Dat vereiste dat ze hun primaire functie en staat moesten behouden, en daarom niet te veel werden aangepast. Daarom is er bijvoorbeeld voor gekozen om de caissons niet bovengronds maar grotendeels ondergronds met elkaar te verbinden, zodat ze als afzonderlijke elementen herkenbaar blijven in het landschap. Ook in de caissons is het beeld van de rauwe betonnen constructies nog heel duidelijk aanwezig. Het is een bijzondere ervaring om hierin rond te kunnen lopen via een lange museale route, je realiserend dat je in een “gebouw” loopt dat een belangrijke waterkerende functie heeft. De betekenis van de caissons ligt niet alleen in hun fysieke verschijning, maar juist ook in de herinneringswaarde en de sterke maatschappelijke betekenis ervan. Het museum vertelt over de waternoodramp aan de hand van filmbeelden, krantenberichten uit 1953, verhalen van overlevenden, dagboeken en vele bijzondere beelden en objecten.
Met veel dank aan het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk.
Het museum is geopend van dinsdag t/m zondag. Kijk ook op: www.watersnoodmuseum.nl